Jane Austen en maatschappij  

Jane Austen werd geboren op 16 december 1775 tijdens de regering van koning George de Derde. Deze koning werd als krankzinnig beschouwd en daarom werd zijn oudste zoon aangesteld als Prins-Regent in 1811. Na de dood van George III in 1821 volgde de Prins-Regent zijn vader op en werd koning George IV. In deze korte Regency periode, 1811 tot 1821, verschenen alle romans van Jane Austen. Jane Austen zelf had een hardgrondige hekel aan de Prins-regent vanwege zijn uitspattingen en losbandige levensstijl.

George III wordt geassocieerd met een pijnlijke gebeurtenis: tijdens zijn regering verloren de Britten de Amerikaanse koloniën na de Onafhankelijkheidsoorlog. De kolonisten in de Nieuwe Wereld waren woedend op de Britse regering in Londen die hun hoge belastingen oplegde. Hun leuze was: "Geen belastingen zonder Volksvertegenwoordiging !". De Boston Tea Party was het begin van alle ellende. Driehonderd kisten thee van de Brits-Oost Indische Compagnie werden door protesterende burgers in de haven van Boston gegooid. In het geboortejaar van Jane Austen was de situatie geëscaleerd tot een complete oorlog.

Toen Jane Austen 17 was begon de oorlog tegen Frankrijk. De vrede zou pas weer wederkeren na de overwinning op Napoleon in de Slag bij Waterloo in 1815, het jaar waarin Jane Austen 40 jaar werd.

Bron:Classic Literature-Jane Austen

In de romans van Jane Austen wordt deze oorlog tegen Frankrijk niet uitvoerig beschreven maar is wel zeker aanwezig in de vorm van de militia en de marine. Diverse bijfiguren geven gestalte aan de militaire uitingen van Britse activiteit in deze oorlog, onder andere: Wickham en de militia in Pride&Prejudice, Captain Wentworth en Admiral Croft in Persuasion en William Price in Mansfield Park.